Adres: Vrijstraat, 9200 Dendermonde
Pastoor
Johan Mattheys
Heldenplein 1, 9200 Dendermonde
Tel.: 052 21 23 30 - gsm: 0497 26 25 35
E-mail: johan.mattheys@dekenaatdendermonde.be
Parochievicaris
Walter Van Der Meulen
Begijnhof 14
9200 Dendermonde
Tel.: 0496 53 00 85
walter.vandermeulen@parochiedendermonde.be
Liturgische Vieringen
Weekendmis
Zondag om 09:30 u
Historische en kunsthistorische beschrijving
(Ontleend aan de stedelijke website, waarvoor onze dank)
Op kerkelijk vlak viel Appels aanvankelijk onder het bisdom Kamerijk, sedert 1559 onder het aartsbisdom Mechelen en vanaf 1801 onder het bisdom Gent (dekenij Dendermonde). De kerk stond oorspronkelijk aan de oevers van de Schelde, niet ver van het Veer. Nadat de kerk op het einde van de 15e eeuw en in 1533 door brand geteisterd werd, besloot men ze iets verder te herbouwen.
Nog in 1533 begon men met de bouw van de huidige kerk. Een zandstenen jaarsteen in de noordelijke koormuur herinnert aan deze gebeurtenis. Rond het midden van de 18e eeuw was de bevolking zodanig toegenomen, dat men met de abdij van Zwijveke besprekingen begon over het 'vermeerderen en restaureren' van de bestaande kerk. Ondanks diverse inspanningen bleef de kerk te klein.
In 1783-1784 kreeg de Dendermondse ingenieur Judocus Sibens de opdracht de noodzakelijke plannen en modellen uit te werken voor een nieuwe kerk. De oude kerk werd in 1785 gesloopt, enkel het oude koor bleef behouden. Begin 1786 was de ruwbouw van de benedenkerk en de toren klaar. De wijding van de nieuwe kek gong door op 25 augustus 1788.
Appels kreeg een eenvoudig afgewerkte driebeukige benedenkerk onder een groot zadeldak van blauwe Naamse schaliën. Tegen de westgevel kwam er een vier verdiepingen hoge klokkentoren met spitse, achtkantige houten naald. Twee ruimten onder lessenaardak, aan beide zijden van de toren, waren bestemd voor de lijkdeur en de doopkapel. De westkant van de toren en de rondlopende plint werden bekleed met witsteen. De bakstenen zijgevels werden doorbroken door telkens vier met arduin omlijste korfboogvensters. Achter het twee traveeën lange, smallere en lagere koor kwam een nieuwe sacristie. In de noordmuur van het koor bleef onder de vergrote raamopeningen een jaarsteen uit 1533 bewaard.
Inwendig bekwam men een heldere driebeukige benedenkerk, vier traveeën lang en verdeeld in drie beuken door twee rijen bepleisterde bakstenen zuilen op een achtzijdige witstenen basis. Gans het interieur werd bepleisterd. De basissen van de gordelbogen en de sluitstenen van de gewelven van de middenbeuk kregen een versiering met gestileerd bladwerk. In 1785-89 werd het interieur van de kerk met oud en nieuw meubilair aangekleed. Het uit het begin uit de 18e eeuw daterende hoofdaltaar in barokstijl bleef bewaard, evenals twee eikenhouten biechtstoelen die men ca. 1777 in de kerk van Lede had aangekocht. Verder beschikte men over het doksaal en het orgel van het voormalige Brigittinessenklooster van Dendermonde, verworven in 1785. Nieuw waren de communiebank, de preekstoel en de altaren van Sint-Rochus en O.-L.Vrouw (1789).
Het begin van de Franse Tijd was voor Appels een moeilijke periode. Pas na enkele jaren werden de kerkdiensten hervat. In 1809 werd de kerktoren door de bliksem getroffen en diende men de spits te vervangen. In de loop van de 19e eeuw werd het interieur verder verfraaid met een kruisweg, heiligenbeelden, kandelaars en andere liturgische gebruiksvoorwerpen. In de tachtiger jaren en in het begin van de 20e eeuw volgden nieuwe restauratiecampagnes aan de kerk zelf. Hierbij werden in 1902 alle glasramen vernieuwd. Ook in de zeventiger jaren kende de kerk een nieuwe restauratiecampagne die begin 1993 werd afgesloten met de vernieuwing van het schilderwerk.
Een bezoek aan de kerk
Via de hoofdingang betreden we de kerk. Onder de toren staat een eikenhouten doksaal in Lodewijk XVI-stijl, met boven de zijdeuren twee reliëfs die verwijzen naar het Oude en het Nieuwe Testament. In de waaier van de centrale deur zit een reliëf met twee gekruiste sleutels, bekroond door de pauselijke tiara. Dit motief verwijst naar het Dendermondse Brigittinessenklooster, opgeheven in 1784. Ook het orgel, in 1779 door het klooster aangekocht bij de Gentse orgelbouwers Pieter en Lambert Van Peteghem, werd begin 1785 naar Appels gevoerd en in 1787 heropgericht.
In de noordelijke zijbeuk treffen we een 16e-eeuwse eikenhouten deur aan met erboven een missiekruis uit het atelier van de Gentse beeldhouwer Matthias Zens. In de nabijheid staat de kerkmeesterbank. De bewaard gebleven glasramen werden 1902 door enkele belangrijke families geschonken. Het centrale motief bestaat telkens uit twee heiligen in een nis. Op de recente smeedijzeren consoles tussen de ramen staan enkele interessante heiligenbeelden. Aan de muren van de zijbeuken hangen de 14 staties van de kruisweg, een werk (1835-1836) van kunstschilder Emmanuel Franciscus Verhas. De eikenhouten biechtstoelen in het midden van elke zijbeuk dateren uit de eerste helft van de 18e eeuw. Achter de eikenhouten communiebank staan de drie altaren. De zijaltaren zijn respectievelijk toegewijd aan O.-L.-Vrouw en aan Sint-Rochus. Ze werden in 1789 uitgevoerd door de Dendermondse meesterschrijnwerker Jan Baptist Segers en voorzien van een beschildering in marmerimitatie. De schilderijen met de voorstelling van de 'Hemelvaart van O.-L.-Vrouw en van 'Sint-Rochus die de zieken bezoekt' dateren van ca. 1860 en komen vermoedelijk uit het atelier van Em. F. Verhas. In het twee traveeën diepe koor staat het barokke hoofdaltaar uit het begin van de 18e eeuw. In de centrale nis stond oorspronkelijk een beeldengroep die werd vervangen door een schilderij van de Zeelse kunstschilder Jan Jozef De Loose. De beelden van de Hoop en de Liefde, nu opgesteld naast de kooringang, werden in 1872-73 vervangen door de lindenhouten beelden van het H. Hart van Jezus (Gent, A. Van Eenaeme) en het H. Hart van Maria (Geraardsbergen, Delestré). Het mooie met een zilveren kruis bekroonde trommeltabernakel is vooraan versierd met een verguld houten reliëf. In het koor bemerken we vier glasramen uit 1902 met eronder de lambrizering met het 18e-eeuwse priestergestoelte. Het nieuwe hoofdaltaar werd in 1969 afgewerkt door Raymond Van Speybroeck uit Sint-Maria-Leerne. Het eikenhouten preekgestoelte, een achthoekige kuip in Lodewijk XIV-stijl is versierd met laagreliëfs. Achteraan in de zuidelijke zijbeuk hangt een drieluik (1948) van kunstschilder Piet Gillis met de voorstelling van een Madonna, de Graflegging en Johannes de Evangelist.
In de kerkvloer bleven nog enkele grafzerken bewaard van ondermeer enkele pastoors. Ook tegen de buitenmuren van de kerk staan nog enkele grafstenen en -monumenten.